dinsdag 16 februari 2016

Een pater Franciscaan in Aleppo vertelt

PATER: "JIHADISTEN BESCHIETEN CHRISTENEN ALEPPO"

PERSOONLIJK VERHAAL

De komende twee weken zijn cruciaal voor de Syrische stad Aleppo. Om de stad wordt hard en op wrede wijze gevochten. De Franciscaanse pater Ibrahim doet verslag van zijn ervaringen in de belegerde stad.


De komende twee weken zijn cruciaal voor de Syrische stad Aleppo. Om de stad wordt hard en op wrede wijze gevochten. Waar media in het Westen schrijven dat het een ramp is dat de strijdkrachten van Rusland en president Assad de rebellen bombarderen, zien veel Christenen dit als een teken van hoop en bevrijding. Na vier maanden zonder elektriciteit is vooral het gebrek aan water een groot probleem. Omdat rebellen de lokale bronnen controleren, zijn veel inwoners aangewezen op putten. De Franciscaanse pater Ibrahim schreef Kerk in Nood vorige week over zijn recente ervaringen in de belegerde stad.

“Beste vrienden, ik zal proberen verslag te doen van wat hier in Aleppo gebeurt sinds het leger aan zijn offensief is begonnen om te stad te heroveren. In de nacht van 3 op 4 februari schoten de jihadisten twee raketten af op de wijk Soulaymanieh-Ram, waar ons pastoraal centrum is gelegen. Dit verhinderde mijn voornemen alle fraters uit de buurt bijeen te roepen om te bezien hoe we onze missie in Soulaymanieh en Midaan zouden kunnen verbeteren en uitbreiden.

Wat de voortdurende bombardementen aanrichten, laat zich raden: dood en verwoesting. Twee christenen kwamen om het leven; er zijn veel gewonden en er is veel schade aan huizen. De moed zonk ons in de schoenen, want we hadden net de schade van de raketinslagen op 12 april 2015 hersteld. Onze kerk staat nog overeind, maar het dak en de leslokalen voor catechese zijn geraakt en gedeeltelijk vernield; inslagen en ontploffingen hebben muren en ramen in puin veranderd.

De eerste raket die ons pastoraal centrum raakte, sloeg door het dak, trof het beeld van de Maagd Maria, de klokkentoren en een waterreservoir dat nog maar net was aangelegd. Het beeld van de Maagd Maria is in diggelen geslagen en brokstukken zijn midden op straat terechtgekomen. Intussen trof de tweede raket de naburige straat en beschadigde de ingang van ons centrum waarbij de twee christenen om het leven kwamen. Gebouwen die al eerder door vele bommen en raketten waren geraakt, werden nog meer vernield.

Onze fraters zijn onmiddellijk poolshoogte gaan nemen in de huizen waar de twee mannen waren gedood en hebben geluisterd naar de hartverscheurende ervaringen van moeders en vaders die ons vertelden wat er was gebeurd en wat een angst ze met hun kinderen hadden gehad. We proberen in nauw contact te blijven met onze mensen, die bij ons om hulp aankloppen.

Wij hebben gezinnen uit de buurt opgenomen, maar ook mensen uit Midaan die hulp zochten na de verwoesting van de Bicharat kerk daar. We openen onze deuren ook voor de Maronieten die hier vaak door de week de Eucharistie vieren omdat hun kerken in de buurt zijn verwoest. Verschillende parochiegroepen komen hier wekelijks bijeen en we hebben ook een school voor doofstommen: een van de zeer weinige nog steeds functionerende instituten in Aleppo. Naast opvang en het bieden van materiële en geestelijke steun, delen we water uit dat we putten uit de bron in ons centrum.

De christengemeenschap in Midaan 
De jihadisten bleven in de nacht van 4 op 5 februari raketten afschieten in reactie op het offensief van de regeringstroepen en hun bondgenoten. De inslagen troffen Midaan waar de meeste mensen christen zijn. De verwoesting was volledig: de arme inwoners die zich daar nog bevinden, zijn weer dakloos. Probeer u in te denken wat deze gezinnen doormaken wanneer ’s nachts om hen heen raketten inslaan, zonder dat zij ook maar een idee hebben van wat er nog gaat gebeuren. Een oude vrouw vertelde onder tranen dat de mensen die nacht niet wisten wat ze moesten doen: “wegrennen en de dood op straat in de ogen zien of thuis blijven en riskeren door raketten om het leven te komen?” Sommigen slapen bij hun voordeur, in de kou, anderen verschuilen zich onder hun trappen. Op een gegeven moment klopte een vrouw bij mijn deur aan; ze had haar baby in haar armen en vroeg hulp: ze vertelde dat er nog steeds mensen onder het puin lagen. Snikkend vroeg ze of iemand die stakkers wilde komen helpen, maar niemand had de moed om met haar mee te gaan. De gewonden bleven liggen en ook de dode lichamen, urenlang.

Waarom we blijven 
Maar we geven niet op. We hebben het moeilijk, maar we zijn niet verslagen. We hebben onmiddellijk voedselpakketten naar de getroffen woningen gebracht, hebben de schade met een deskundige opgenomen en zijn met het herstel van de deuren en ramen begonnen. Aan de mensen van wie het huis volledig onbewoonbaar is geworden, hebben we een bijdrage gegeven om drie maanden elders te kunnen huren met de mogelijkheid van verlenging. Veel, heel veel angstige mensen kloppen bij ons aan, vooral gezinnen met kleine kinderen. De meesten kunnen niet eens denken aan vluchten. Ze hebben geen geld, zelfs niet voor vervoer. In deze omstandigheden valt er voor mij niet veel meer te doen dan onderdak te bieden en te luisteren. Verder doen we wat geen uitstel duldt. Maar de noden en behoeften zijn enorm.

Water en onbetaalbare prijzen 
Water is nog altijd een groot probleem. Het was vreselijk te zien hoe mensen tussen de inslaande raketten naar water zochten. De wanhopige mensen trotseren raketten en regen om wat water te tappen uit de kranen langs de weg bij de bronnen. De dollar staat nu op 410 eenheden, gisteren was dat nog 400. Het betekent dat de voedselprijzen van de ene dag op de andere zijn gestegen, zelfs voor eerste levensbehoeften als groenten. Een dame die nog zo gelukkig is een baan te hebben, vertelde me dat ze met haar maandsalaris niet eens groente voor één dag kan betalen.

“Hoe lang o God, zult u mij nog vergeten?” (Psalm 12) 
In de ellende van deze dagen moet ik denken aan de psalm die zegt: “Hoe lang o God, zult u mij vergeten?” Soms vraag ik me af “Heeft de Heer ons verlaten? We zijn op een punt waar het geloof tot op zijn grondvesten beeft, voor ons allen van de kleine kudde die nog over is in Aleppo. Christus vroeg aan Saul “Waarom vervolgt gij mij?” Het zijn woorden die duidelijk blijk gaven van Zijn verbondenheid met ieder deel van Zijn Heilig lichaam. Hij is hier, lijdend aan het kruis en Hij wendt zijn blik niet af van het lijden van Zijn volk; Hij is hier te midden van Zijn volk. Hij helpt Zijn mensen en Hij staat hen bij via de barmhartigheid en het mededogen van Zijn apostelen, al wordt hun moed soms zwaar op de proef gesteld en worden zij door verslagenheid bevangen bij het zien van wat hun kudde wordt aangedaan. Zo is het voor ons, Franciscaner monniken. En daarom blijven we hier."

Bron: Kerk in Nood, Nl.

Geen opmerkingen: