dinsdag 6 september 2016

Herwaardering van de godsdienstles


Uit: De Standaard.

Godsdienst is geen opium voor het volk


De katholieke scholen moeten weer echte godsdienstles geven. Het merkwaardige is niet dat de Vlaamse bisschoppen onlangs deze boodschap brachten. Het merkwaardige is dat ze er zo lang mee gewacht hebben, tot het bijna te laat is. Generaties jongeren hebben hun katholieke school verlaten zonder enige behoorlijke notie van de katholieke leer. Er is een echte breuk ontstaan in die overlevering , zoals er overigens een breuk is met zowat alles wat tot het Europese erfgoed behoort.

Uiteraard kan niemand verplicht worden in (een) God te geloven. Maar evenmin is iemand verplicht zijn kind naar een katholieke school te sturen. Wie dat doet, moet het katholiek onderwijs wel niet willen verbieden ook datgene te onderwijzen waar zijn naam voor staat. Dat deed in deze krant, met een tamelijk arrogante zelfgenoegzaamheid, Dimitri Verbelen (DS 31 augustus). De ondertoon van zijn betoog was duidelijk. Hij is een verlichte geest, terwijl de katholieke godsdienst in wezen een superstitie is, een stelsel van ‘oude, verstarde en verlammende rituelen’.

Gelukkig heeft hij een ‘goede’ katholieke school gevonden voor zijn zoontje. De toenmalige directrice had hem op het hart gedrukt dat ‘de tijd van de catechismus’ al lang voorbij was. ‘De nadruk in de godsdienstles zou op dialoog liggen en de christelijke waarden dienden enkel als hefboom om bepaalde principes te onderwijzen.’

Dat is sinds generaties inderdaad de wollige trend in heel wat katholieke scholen: geen kennis meer, maar ‘christelijke waarden’ als vrome algemeenheden. En dan hoorde je jongeren onnozelheden vertellen als ‘Jezus was eigenlijk de eerste communist’. O ja, waarom? Wel, Jezus was voor de armen en de communisten zijn dat ook. Het communisme is nu minder in de mode, maar ondertussen is Jezus, voor zover over hem nog gesproken wordt, allicht de eerste antiglobalist, of de eerste ecologist, of de eerste pescotariër – ooit voedde hij toch een menigte van vijfduizend mensen door de wonderbaarlijke vermenigvuldiging van vijf broden en twee vissen zonder dat er sprake was van één hap vlees.

Het is een ouderwetse notie geworden dat het onderwijs kennis moet doorgeven. ‘Dialoog’ is in de mode, maar het probleem daarmee is dat discussie zonder degelijke kennisinhoud uit weinig meer dan holle slogans kan bestaan, en dat geldt voor godsdienst evenzeer als voor andere vakken.

Het is daarom normaal dat het katholiek onderwijs weer de inhoud van de leer wil onderwijzen. De evangeliën zitten vol prachtige verhalen, als er maar leerkrachten zijn die ze nog met gloed kunnen en willen vertellen. Het is niet overbodig te weten wat de sacramenten zijn, of de zeven werken van barmhartigheid en de zeven hoofdzonden, of de tien geboden. Dat die ook een goede morele leidraad vormen is meegenomen, maar is niet het enige. Godsdienst is meer dan een sociale ethiek, er is ook het ‘verticale’ element, de transcendente God.

Sinds decennia is het bon ton te spotten met mensen die zeggen in God te geloven (behalve als het moslims zijn). Nochtans is godsdienst geen ‘opium voor het volk’. De beminnelijke katholieke filosoof Jean Guitton, bij wie de agnost François Mitterrand graag te rade ging, beschreef het katholicisme integendeel als een uitdaging. ‘Godsdienst is geen geheel van absurditeiten maar van mysteries. De absurditeit, dat is het niets (le néant). Het mysterie daarentegen is een ladder waarvan men de sporten beklimt.’ Met als laatste sport de dood – en het hiernamaals waarover niemand kan bewijzen of het le mystère of le néant is. Daartussen kiezen is een kwestie van geloof, en dat kan niemand opleggen. Maar men kan het geen aanslag op de leerlingen noemen als het katholiek onderwijs ze leert dat de twee bestaan.


Mia Doornaert is onafhankelijk expert in internationale betrekkingen. 
Haar column verschijnt tweewekelijks op maandag

Geen opmerkingen: